Sony Xperia L - Uw apparaat aansluiten op een computer

background image

Uw apparaat aansluiten op een computer

Maak met uw apparaat verbinding met een computer en start het overbrengen van

afbeeldingen, muziek en andere bestandstypen. De eenvoudigste manieren om

verbinding te maken, is het gebruik van een USB-kabel of van draadloze Bluetooth-

technologie.
Wanneer u met uw apparaat verbinding maakt met een computer met behulp van een

USB-kabel, wordt u gevraagd de PC Companion-applicatie te installeren op uw

computer. Met de PC Companion-applicatie hebt u toegang tot aanvullende

toepassingen waarmee u mediabestanden kunt overbrengen en ordenen, uw apparaat

kunt bijwerken, de content van uw apparaat synchroniseren, en nog veel meer.

Het is mogelijk dat u geen door copyright beschermde content kunt overbrengen tussen uw

apparaat en een computer.

Content overbrengen en verwerken met een USB-kabel

Gebruik een USB-kabelverbinding tussen een computer en uw apparaat om uw

bestanden eenvoudig over te brengen en te beheren. Als de verbinding tussen de twee

apparaten is gemaakt, kunt u inhoud met behulp van de bestandsverkenner van uw

computer tussen uw apparaat en de computer slepen of tussen het interne geheugen

van uw apparaat en de SD-kaart.
Als u muziek- of videobestanden, foto's of andere mediabestanden overbrengt naar uw

apparaat, kunt u het beste de Media Go™-applicatie op uw computer gebruiken. Met

Media Go™ worden mediabestanden geconverteerd, zodat u deze op uw apparaat kunt

gebruiken.

Content overbrengen tussen uw apparaat en computer met een USB-kabel

1

Sluit uw apparaat met behulp van een USB-kabel aan op een computer. In de

statusbalk verschijnt Intern geheugen verbonden.

2

Computer: Open Microsoft® Windows® Verkenner vanaf het bureaublad en

wacht tot het interne geheugen van uw apparaat als een externe schijf in

Microsoft® Windows® Verkenner verschijnt.

3

Computer: Sleep de gewenste bestanden en zet deze neer tussen uw apparaat

en de computer.

100

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

Inhoud via USB overbrengen tussen intern geheugen en een SD-kaart

1

Sluit uw telefoon aan op een computer met behulp van een USB-kabel. Intern

geheugen en SD-kaart verbonden verschijnt in de statusbalk op het scherm van

uw telefoon.

2

Computer: Open Microsoft® Windows® Verkenner vanaf het bureaublad en

wacht tot het interne geheugen van uw telefoon en uw SD-kaart als een externe

schijven in Microsoft® Windows® Verkenner verschijnen.

3

Computer: Versleep de gewenste bestanden tussen het interne geheugen van de

telefoon en de SD-kaart.

Bestanden rechtstreeks overbrengen van het interne geheugen naar een SD-kaart

in het apparaat

1

Tik op het Startscherm op .

2

Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte > Data overbrengen naar SD-

kaart.

3

Markeer de bestandstypen die u naar de SD-kaart wilt overbrengen.

4

Tik op Overbrengen.

De rechtstreekse overdrachtmethode betekent dat een verbinding via een USB-kabel met de

computer niet nodig is.

Bestanden overbrengen met de mediaoverdrachtmodus via Wi-Fi

®

U kunt bestanden via een Wi-Fi

®

-verbinding overbrengen van uw apparaat naar andere

met MTP compatibele apparaten, zoals een computer, en andersom. Voordat u

verbinding maakt, moet u de twee apparaten koppelen. Als u muziek, video's, foto's of

andere mediabestanden overbrengt tussen uw apparaat en een computer, kunt u het

beste de applicatie Media Go™ op uw computer gebruiken. Met Media Go™ worden

mediabestanden geconverteerd, zodat u deze op uw apparaat kunt gebruiken.

Als u deze functie wilt gebruiken, hebt u een apparaat met Wi-Fi

®

-mogelijkheden nodig dat

mediaoverdracht ondersteunt, zoals een computer waarop Microsoft

®

Windows Vista

®

of

Windows

®

7 wordt uitgevoerd.

Uw apparaat draadloos aan een computer koppelen met de

mediaoverdrachtmodus

1

Controleer of de mediaoverdrachtmodus is ingeschakeld op het apparaat. Deze

modus is standaard ingeschakeld.

2

Verbind het apparaat met de computer via een USB-kabel.

3

Computer: Zodra de naam van uw apparaat wordt weergegeven op het scherm,

klikt u op Netwerkconfiguratie en volgt u de instructies op om de computer te

koppelen.

4

Wanneer u het koppelen hebt voltooid, verwijdert u de USB-kabel uit beide

apparaten.

De bovenstaande instructies werken alleen als Windows

®

7 is geïnstalleerd op de computer en

de computer via een netwerkkabel is verbonden met een Wi-Fi

®

-toegangspunt.

Gekoppelde apparaten draadloos verbinden in de mediaoverdrachtmodus

1

Controleer of de mediaoverdrachtmodus is ingeschakeld op het apparaat. Deze

modus is standaard ingeschakeld.

2

Tik op het Startscherm op .

3

Ga naar en tik op Instellingen > Xperia™ > USB-verbinding.

4

Tik op het gekoppelde apparaat waarmee u verbinding wilt maken in Vertrouwde

apparaten.

5

Tik op Verb..

Zorg dat Wi-Fi

®

is ingeschakeld.

101

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

De verbinding met een draadloos gekoppeld apparaat verbreken in de

mediaoverdrachtmodus

1

Tik op het Startscherm op .

2

Ga naar en tik op Instellingen > Xperia™ > USB-verbinding.

3

Tik op het gekoppelde apparaat waarvoor u de verbinding wilt verbreken in

Vertrouwde apparaten.

4

Tik op Verbinding verbreken.

Een koppeling met een ander apparaat verwijderen

1

Tik op het Startscherm op .

2

Ga naar en tik op Instellingen > Xperia™ > USB-verbinding.

3

Tik op het gekoppelde apparaat dat u wilt verwijderen.

4

Tik op Vergeten.

PC Companion

PC Companion is een computerapplicatie waarmee u toegang krijgt tot extra functies en

diensten die u helpen bij het overbrengen van muziek, video en foto's van en naar uw

apparaat. U kunt PC Companion ook gebruiken om uw apparaat bij te werken en de

meest recente beschikbare software op te halen. De installatiebestanden voor PC

Companion zijn opgeslagen op uw apparaat en de installatie start vanaf het apparaat als

u deze via een USB-kabel met een computer verbindt.
U moet beschikken over een computer die met internet is verbonden en waarop een van

de volgende besturingssystemen is geïnstalleerd om de applicatie PC Companion te

kunnen gebruiken:

Microsoft® Windows® 7

Microsoft® Windows Vista®

Microsoft® Windows® XP (Service Pack 3 of hoger)

PC Companion starten

1

Zorg dat PC Companion is geïnstalleerd op uw pc.

2

Open de applicatie PC Companion op de pc en klik vervolgens op Start om een

van de functies die u wilt gebruiken, te openen.